
Atie Schipper (72) heeft 25 jaar geleden al als vrijwilliger voor VTZ Rotterdam gewerkt. Doordat het toentertijd vrij rustig was qua inzetten, had ze het werk ‘on hold’ gezet. Nu is ze terug van weggeweest en werkt ze alweer bijna een jaar als VTZ-vrijwilliger. Atie heeft lang in de zorg gewerkt. Zij bijt de spits af in een reeks van interviews met onze vrijwilligers.
Heb je een specifieke ervaring die maakte dat je in de terminale zorg wilde werken?
Het was niet zozeer een eigen ervaring met de dood van iemand in mijn nabije omgeving. Het waren meer mijn gedachten over hoe ik zelf zou willen sterven. Ik was rond de 40. Wat zou ik het liefste willen? En toen dacht ik: wat mooi als je kunt helpen om het mogelijk te maken dat iemand daar kan sterven waar hij of zij dat het liefste wil. En meestal is dat thuis.
“Maatwerk aan het begin én aan het einde.”
Bij een geboorte moet een vrouw kunnen bevallen op een plek die zij zelf fijn vindt. Als een vrouw zegt ‘ik wil thuis bevallen’, dan kan dat. Met welk argument dan ook, in een kraamkliniek of in het ziekenhuis… Dat dit mogelijk kan worden gemaakt met kundige mensen, dat is toch mooi? En dat moet ook kunnen met sterven. Maatwerk aan het begin en aan het einde. De drive, het waarom, dat realiseer je je later pas. Ik ben nu 72.
Hoe ben je bij VTZ Rotterdam terechtgekomen?
Ik las een advertentie over dit vrijwilligerswerk in de Havenloods of een ander wijkkrantje. Dat zal zo’n 25 jaar geleden zijn geweest. Omdat ik overdag ook nog ander vrijwilligerswerk deed, heb ik bij de VTZ vaak ’s nachts gewaakt. Het waken ’s nachts wordt nu niet meer door de vrijwilligers gedaan.
Kun je iets vertellen over een ervaring die je het meest is bijgebleven?
Ooit ben ik ingezet bij een heel zieke mevrouw en ik kwam daar ’s avonds om te waken. Haar dochter kwam toen ook en kennelijk hadden de twee nog heel veel te bespreken. Eigenlijk niet te bespreken, maar uit te vechten. Niet fysiek natuurlijk maar wel verbaal. Dat vond ik een moeilijk, echt heel moeilijk moment. En dat blijkt eigenlijk ook wel, omdat ik me deze ervaring nog zo goed kan herinneren!
“Ik zag de onmacht van twee mensen, die elkaar niet in wat meer harmonie kunnen loslaten.”
Ik heb me er natuurlijk niet mee bemoeid, omdat ik ook wel besef dat het tussen deze twee mensen ging. Zij hebben een geschiedenis met elkaar geschreven, niet ik. En dus gingen ze tegen elkaar tekeer waar ik bij was. Moeder op bed liggend en dochter vlak bij het voeteneind. Ik zie het nog voor me… Er zat geen enkele rem op. Kennelijk voelden zij zich vrij genoeg om dit te doen: ik was geen stoorzender. Dat kon ik natuurlijk als een groot compliment opvatten maar ik vond het naar. Ik zag de onmacht van twee mensen, die elkaar niet in wat meer harmonie kunnen loslaten en een heel emotionele lading. Dat het niet lukt om zaken uit te praten. Dat draag je met je mee, deze getuigenis.
“Zo nam ieder een stukje zorg, tijd en aandacht voor hun rekening.”
Wat ik heel mooi heb gevonden was mijn inzet bij een meneer van 101 jaar. Hij had 8 kinderen, die gezien zijn eigen leeftijd ook al op leeftijd waren. En al zijn kinderen woonden dicht in de buurt van hun vader. Een zoon een straat verderop, een dochter 2 straten verder, enzovoort. Ze waren stuk voor stuk betrokken bij hun vader. De ene dochter en haar man gingen in de ochtend, de zoon en zijn vrouw in de middag en weer een andere dochter in de avond. Zo nam ieder een stukje zorg, tijd en aandacht voor hun rekening, dat heeft me echt geraakt! Deze familie wilde ondersteuning voor de nachten, want anders werd het wat teveel en te zwaar.
“Dat raakte me diep, we waren er allebei stil van.”
Ik kwam daar als VTZ-vrijwilliger, voor de nachten. Dan kwam ik binnen en dan stond er op tafel een schoteltje met een paar koekjes en chocolaatjes, wat nootjes… Dat voelde zo welkom! Die meneer was nog heel helder, goed bij z’n verstand, alleen fysiek natuurlijk heel kwetsbaar.
Ik heb met hem heel fijne gesprekken gehad over de haven waar hij had gewerkt, maar ook over de oorlog. Toen ik hem vroeg wat het ergste was dat hij had meegemaakt zei hij ‘dat ik een dochter heb verloren’. Dat raakte me diep, we waren er allebei stil van. Hoe deze familie met elkaar omging vond ik heel bijzonder. Ik ken dat niet, en ja, dat zal er zeker mee te maken hebben.
Dus wat je eigenlijk zegt is dat je in die ontmoetingen met mensen met wie je een stukje oploopt, ook wordt geraakt.
Dat klopt. Op welke manier dan ook. Ik vond het heel bijzonder dat je in harmonie met elkaar de zorg deelt voor je naaste. Zoals in deze situatie voor je vader. Een warm, betrokken gezin. Om jaloers op te worden! Zelf ken ik geen hechte familiebanden, vandaar dat ik deze inzet als heel bijzonder heb ervaren en nog kijk ik met veel warmte terug op deze inzet.
En kun je daar dan met iemand over praten?
We komen om de 6 weken bij elkaar met alle vrijwilligers. Dan kunnen we ons ei kwijt en vertellen over wat we meemaken en wat dat met je doet. De ervaringen zijn heus niet allemaal heftig, maar het is fijn om te kunnen praten met anderen die in hetzelfde werkveld zitten.
Wat zou je (nieuwe) vrijwilligers willen meegeven?
Ik denk dat het heel belangrijk is dat je je eigen grenzen bewaakt en dat je je realiseert wat je plek in het geheel is. Dat is iedere keer weer aftasten en afstemmen.